Van incident naar preventie. Beperking en versterking van de relatie tussen intern en extern toezicht
Zolang er geen sprake is van dreigende misstanden binnen een semipublieke organisatie, dienen interne en externe toezichthouders terughoudend te zijn met direct onderling contact. Op regio- of sectorniveau valt er echter veel winst te behalen door wederzijdse leerprocessen tussen interne en externe toezichthouders. Dat stelt de Wetenschappelijke Raad voor het Regeringsbeleid (WRR) in de Policy Brief Van incident naar preventie. Beperking en versterking van de relatie tussen intern en extern toezicht.
Interne toezichthouders (raden van toezicht) en externe toezichthouders (inspecties en marktautoriteiten) in de semipublieke sector (wonen, onderwijs en zorg) zijn de laatste jaren in elkaars vaarwater terecht gekomen. Mede naar aanleiding van incidenten (onder meer Amarantis, Vestia en Meavita) stelt de wetgever tegenwoordig strengere eisen aan interne toezichthouders en het externe toezicht daarop. Ook heeft de wetgever de mogelijkheden tot interventie van het externe toezicht in het interne toezicht vergroot. Maar niet elke vorm van contact tussen intern en extern toezicht is wenselijk. De vraag die opkomt is: welke beperking is nodig en welke versterking is mogelijk in de relatie tussen intern en extern toezicht?
De WRR pleit in deze policy brief voor (1) een duidelijker markering van verantwoordelijkheden en (2) terughoudendheid in het directe contact tussen interne en externe toezichthouders. Op organisatieniveau kan direct contact tussen interne en externe toezichthouders gemakkelijk leiden tot rolvermenging en spanningen. Zolang er geen sprake is van dreigende misstanden, dienen interne en externe toezichthouders terughoudend te zijn met direct contact. Onder normale omstandigheden is de instellingsbestuurder het aanspreekpunt voor de externe toezichthouder en alleen bij dreigende misstanden en crisissituaties dient er ook contact te zijn met de interne toezichthouder.
Waar de WRR verder voor pleit, is (3) meer contact op sectorniveau tussen interne toezichthouders (en hun organisaties) enerzijds en externe toezichthouders (en hun organisaties) anderzijds. Zij kunnen in gezamenlijk overleg het voortouw nemen om de ontwikkeling van normen, reflectie en leerprocessen te stimuleren om incidenten te voorkomen en kansen te benutten. Bovendien kan de semipublieke sector leren van de goede en slechte ervaringen in andere sectoren waarin de laatste jaren al meer ervaring is opgedaan met intensivering van de relatie, zoals in de financiële sector.
Deze policy brief bouwt voort op de WRR-rapporten 'Toezien op publieke belangen' en 'Van tweeluik naar driehoeken' en op verschillende presentaties en discussiebijeenkomsten die naar aanleiding daarvan gehouden zijn over de relatie tussen intern en extern toezicht. De brief is geschreven door staflid Meike Bokhorst met medewerking van de raadsleden Mark Bovens, André Knottnerus en Arnoud Boot en in afstemming met de raad en staf van de WRR.
Noot voor de redactie
Inlichtingen over deze publicatie bij M.C. van Leijenhorst, 070-356 4619/ 06-26298379, leijenhorst@wrr.nl.
WRR-Policy Brief nr. 3 Van incident naar preventie. Beperking en versterking van de relatie tussen intern en extern toezicht (Meike Bokhorst, 2015) is volledig te downloaden via de WRR.
Over de WRR
De Wetenschappelijke Raad voor het Regeringsbeleid (WRR) is een onafhankelijk adviesorgaan voor het regeringsbeleid. De WRR geeft gevraagd en ongevraagd advies over onderwerpen vanuit een langetermijnperspectief. Deze onderwerpen zijn sectoroverstijgend en hebben betrekking op maatschappelijke vraagstukken waarmee de samenleving in de toekomst te maken kan krijgen.