Leren van de praktijk: gebruik van lokale kennis en ervaring voor beleid - 12
P.L. Meurs, E.K. Schrijvers, G.H. de Vries
Het toelaten van variëteit is een belangrijke voorwaarde voor de overheid om te kunnen leren en om problemen anders en beter te kunnen aanpakken dan voorheen. Het anders inrichten van de besluitvorming kan echter een moeizaam proces zijn. Meestal is het makkelijker om vertrouwde instrumenten en coördinatiemechanismen te gebruiken. In de bundel Leren van de praktijk: gebruik van lokale kennis en ervaring voor beleid (WRR-Verkenningen nr. 12, 2006) worden mogelijke alternatieven verkend.
Belang van variëteit
Variëteit en het kiezen voor een situationele benadering zijn van groot belang om te kunnen leren. De ‘afwijkingen’ van ‘het gebruikelijke’ bieden nieuwe inzichten en mogelijkheden om de zaken anders aan te pakken dan voorheen. Het spreekt vanzelf dat meer variëteit en situationele oplossingen op gespannen voet kunnen staan met beginselen van rechtmatigheid en rechtszekerheid. Die spanningen komen in de verschillende essays aan de orde.
Feitelijk functioneren overheid en politiek centraal
Een analyse van het functioneren van overheid en politiek richt zich veelal op de formele en institutionele kaders waarbinnen zij functioneren. In deze bundel staat niet het formele kader maar het feitelijk functioneren van overheid en politiek centraal. Met bijdragen van: Marc Hertogh, Klaartje Peters, Gerard de Vries, Bas van Stokkom en Jan Terpstra, Imrat Verhoeven, Paul Dekker, Marjolijn Drenth von Februar, Mirko Noordegraaf, Herman van Gunsteren.
De essays in deze bundel waren een bron van inspiratie bij het opstellen van het WRR-rapport Lerende overheid (rapport nr. 75, 2006).