Hoger onderwijs in fasen
Het hoger onderwijs in Nederland kan studenten beter voorbereiden op de maatschappij dan thans het geval is. Door het hoger onderwijs te faseren en een duidelijk onderscheid aan te brengen in de doelstellingen van universiteit en hogeschool, kan beter tegemoet worden gekomen aan de uiteenlopende behoeften, capaciteiten en interesses van studenten. Dat staat in het WRR-rapport Hoger onderwijs in fasen (rapport nr. 47, 1995).
Click here for the English summary of WRR report no. 47: Higher Education in Stages.
Opleiding in twee fasen
Het hoger onderwijs kent twee fasen in het voorstel van de WRR. Na de eerste fase verlaat het grootste deel van de studenten het hoger onderwijs. Zij kunnen in de beroepspraktijk de nodige ervaring opdoen. In de tweede fase krijgen studenten een opleiding van één tot drie jaar tot wetenschappelijk onderzoeker of tot een ander academisch beroep. Deze fase wordt afgesloten met een mastersdiploma.
Geen blauwdruk voor toekomstig onderwijs
In plaats van een blauwdruk te geven voor het toekomstige hoger onderwijs onderscheidt de WRR vijf ontwikkelingsprincipes: institutionele differentiatie en fasering van doelstellingen; academische en professionele vorming; toegespitste of convergente opbouw van curricula; intensivering van het onderwijs; functionalisering van bevoegdheden. Deze ontwikkelingsprincipes fungeren als leidraad voor de vele kleine aanpassingen die nodig zijn voor de kwaliteitsverbetering van het hoger onderwijs.