De onderwijsverzorging in de toekomst
Als de Wet op de onderwijsverzorging op 1 januari 1995 afloopt, moet deze niet worden verlengd. Beter is het om het aanbod van onderwijsverzorging flexibel te maken en scholen zelf te laten kiezen hoe zij in hun verzorgingsbehoefte willen voorzien. Zij zouden hiervoor zelf een budget moeten krijgen. Dat staat in het WRR-rapport De onderwijsverzorging in de toekomst (rapport nr. 40, 1991).
Decentralisatie verantwoordelijkheden
Als het geld voor onderwijsverzorging rechtstreeks naar de scholen gaat, hebben zij een veel grotere bestedingsvrijheid. De WRR stelt voor om het budget voor onderwijsverzorging te verbreden met onderwijsvernieuwings- en nascholingsgelden. Dit betekent een decentralisatie van verantwoordelijkheden. Scholen kunnen het brede budget gebruiken om hun verantwoordelijkheid voor de kwaliteit en de vernieuwing van het onderwijs waar te maken.
Rol centrale overheid
De kerntaak van de centrale overheid bestaat uit wetgeving en eventueel uit voorbereidende experimenten. In deze beleidsbenadering past dat de Rijksoverheid generieke faciliteiten voor de invoering van vernieuwingen aan de scholen verstrekt. Ook moet het Rijk de instituten voor toetsontwikkeling (CITO), leerplanontwikkeling (SLO) en onderzoek van het onderwijs (SVO) blijven financieren.
De WRR brengt dit rapport uit op verzoek van de regering.