Van de stad en de rand
Amsterdam, Rotterdam, Den Haag en Utrecht moeten meer financiële en bestuurlijke bevoegdheden krijgen. Ook moeten deze grote steden zelf meer verantwoordelijkheden dragen voor de lokale economische en sociale ontwikkelingen. Dat is nodig omdat de positie van de grote steden te wensen overlaat, schrijft de WRR in het rapport Van de stad en de rand (rapport nr. 37, 1990).
Rijk moet zich meer inzetten
Grootstedelijke gebieden hebben een hun relatief groot aandeel in de nationale economie, evenals een 'schakelfunctie' over landsgrenzen heen, als concentratie- en overslagplaats van goederen, diensten en informatie. Door hun economisch en maatschappelijk gewicht is het voor iedereen van belang wat er in de steden gebeurt. Anders dan in een aantal vergelijkbare landen is de inzet van de Nederlandse overheid om de stedelijke structuur in ons land te versterken echter beperkt gebleven.
Steden ook zelf tot inspanning verplicht
Tegen deze achtergrond doet de raad enkele aanbevelingen. Voor de opeenstapeling van sociale problemen in de grote steden zoekt de WRR de oplossing bijvoorbeeld in het versterken van lokale verantwoordelijkheden. En waar nodig, zouden de grote steden meer ruimte moeten krijgen, door aanpassing van de gemeentegrenzen.