Commentaar op de Discussienota Sectorraden Wetenschapsbeleid
Aan de voorgestelde inrichting van het sectorradenstelsel kleven nog veel bezwaren en onzekerheden. Het over de gehele linie instellen van sectorraden moet dan ook worden ontraden, constateert de WRR in het rapport Commentaar op de Discussienota Sectorraden wetenschapsbeleid (rapport nr. 9, 1976). De raad geeft er de voorkeur aan eerst op een aantal punten nadere ervaring op te doen.
Evalueer bestaande structuren
Al bestaande adviesorganen die in structuur en taakstelling nauw verwant zijn met de in te stellen sectorraden, moeten de taken krijgen van een voorlopige of definitieve sectorraad. De ervaringen met deze structuren kunnen verduidelijken of de door het kabinet gedane voorstellen over de adviesraden haalbaar zijn en wat ze betekenen. De raad denkt aan voorlopige sectorraden op het gebied van defensieonderzoek, onderzoek op het gebied van onderwijs en vorming, industrieel-technologisch onderzoek, onderzoek op het gebied van landbouw, natuurbeheer en visserij.
Onstuimige groei beleidsvoorbereidende organen beperken
Op deze manier is het mogelijk de door de WRR eerder (rapport nr. 6) geconstateerde onstuimige groei van het aantal beleidsvoorbereidende organen binnen de Rijksoverheid binnen de perken te houden. Bovendien vergt de uitbouw van bestaande apparaten minder tijd, kosten en menskracht dan het opzetten van nieuwe structuren.
De WRR bracht het advies uit op verzoek van de minister voor Wetenschapsbeleid.