Hollebolle Gijs valt niet te stoppen
Ik was met mijn lief op weg naar een concert in een gotische kerk. Vier pianisten met een stuk waarbij ze zelf kunnen kiezen uit meer dan honderd bouwstenen, ‘bruggen’ en herhalingen. Keuzevrijheid binnen vaste patronen. Kan een uurtje duren maar thuis heb ik een uitvoering die drie uur duurt. Vlak van tevoren kiezen uitvoerders pas met welke blokjes ze gaan spelen. Voor de zekerheid check ik of de nachttrein wel rijdt. Tussen station en kerk lopen we door een winkelstraat. Ruim een halve eeuw geleden dronk ik op zaterdagmiddag na schooltijd hier in de buurt mijn eerste pilsje. Er was toen alleen maar Amstel, denk ik. Een beetje café heeft nu 6 bieren op fust en vele tientallen op fles. Ik herken vrijwel niks. Die enorme ‘Health Store’ was er zeker niet. Er staan honderden potjes met vitamines en voedingssupplementen in de etalage. Als je daar onverhoopt binnenloopt, heb je net zoveel keuzestress als die vier pianisten, denk ik in het voorbijgaan. Met het verschil dat je van muziek meestal gelukkiger wordt en dat dat van die pillen geenszins bewezen is. Moeten kiezen is in het dagelijks leven een dure plicht geworden.
Tijdens elk spreekuur kies ik tientallen keren. Kijk ik iemand na of is dat niet nodig? Vraag ik labonderzoek aan, een röntgenfoto, moet er wel of niet maagonderzoek gebeuren? Zet ik de ‘terugvraagmethode’ in waarbij ze zelf vertellen wat ik net verteld heb? Is mijn uitleg voldoende of geef ik een verwijzing naar Thuisarts.nl mee? Moet ik pillen voorschrijven en welke dan? Toch maar verwijzen, maar naar wie en laat ik de wachttijd meespelen met de beslissing? Ervaring, kennis en plezier in mijn vak zijn meestal voldoende om een weg in de keuzemomenten op de mini-schaal te vinden. En daar zit nu net het probleem, want mijn keuzen beïnvloeden de totale zorg. Ik help iemand beter te worden of juist niet; ik zet anderen aan het werk of juist niet; ik maak kosten die ik zelf niet kan overzien; ik schep verwachtingen over de zorg of ondergraaf die. En alles wat ik kies heeft gevolgen voor de toekomst.
Die toekomst voor de totale zorg ziet er behoorlijk somber uit volgens de WRR. Het is Hollebolle Gijs: we slorpen alle geld op zodat er te weinig overblijft voor onderwijs en zwembaden in de publieke sector en voor drogisterijspullen en nog meer bier voor ons als consumenten. Daarbij kan er straks niemand meer in die winkels werken omdat iedereen mij en mijn leeftijdsgenoten moet helpen met steunkousen aantrekken, nare infusen tegen de onvermijdelijke kanker aanleggen of gezellige spelletjes doen als ik dement word. In het ontzettend dikke rapport -met vier extra rapporten en zes bijlagen- roepen niet de minste geleerden op dat de maatschappij heldere keuzen moet maken wat de doelen en de grenzen van de zorg zouden moeten zijn. In tijden van schaarste kan niet alles is het motto. Dat onderbouwen ze gedegen. Alles komt voorbij: uitleg over ons stelsel, de kosten, de krapte op de arbeidsmarkt, alle eerdere mislukte pogingen om iets van terughoudendheid in de zorg te injecteren en de groei van ‘toys’ voor de ‘boys’ te beperken en het verdringen van minder machtige zorg, zoals preventie, door het ziekenhuisgeweld, want in die sector stromen nieuwe techniekjes immers veelal automatisch het basispakket binnen, zodat er voor andere sectoren slechts kruimels groei overblijven.
Elk onderwerp wordt minstens in 4 of 6 aandachtspunten, dimensies, invalshoeken en wat al niet meer bekeken. Een roman verder, op pagina 256, beginnen ze pas met kiezen. Maar voordat de echte kiezen begint, moet ik me -als in een novelle - in 70 pagina’s eerst nog eens door onder andere de ethische problemen bij kiezen worstelen: ‘In hoeverre willen we de vrijheid van het individu [om ongezonde keuzen te maken, jzt] sturen in het belang van zijn of haar toekomstige gezondheid?’ Keuzen in de zorg worden lang niet altijd gemaakt met de grootste gezondheidswinst voor ogen, zo stelt de WRR. Zo kost een verbod op tv-reclame voor ongezond eten gericht op kinderen per qualy (een jaar in goede gezondheid) maar €3, terwijl eenzelfde qualy voor een nieuw medicijn voor longkanker €134.575 kost.
En eindelijk, eindelijk kom je als lezer dan bij de uitkomst van het plot: er is te weinig aandacht voor de instroom in het pakket, er gaat nooit iets uit, we weten niet welke zorg echte gezondheidswinst oplevert, boekhouders kijken te veel mee, en alles gaat over korte termijn en incidentenpolitiek. Ik mis vooral de voor de hand liggende deeloplossing dat zorgverleners eens wat kritischer worden met het uitventen van hun waren en hun almaar luidere meningen dat ‘kanker, hart en vaatziekten, nierziekten, aangeboren afwijken, ALS, dementie en diabetes de wereld uit kunnen. Wij zorgverleners zorgen voor irreële verwachtingen. Keuzen in de zorg vergen een politieke afweging van normen stelt de WRR terecht. Maar politici hebben zwakke knieën en buigen gelijk bij de eerste de beste tegenwind van machtige beroepsgroepen of ‘zielige patiënten’, denk ik dan. Waarom zou dat nu opeens wel goed gaan? Om dit probleem te omzeilen komt de WRR met burgerparticipatie als begin van een oplossing. Op kleine schaal is daarmee in rustiger tijden geëxperimenteerd en dat ging goed. Ik geloof er niks van dat dat in het huidige Nederland gaat werken. Een virus spleet het land immers in tientallen fracties. We kunnen het al niet eens worden over simpele dingen als mondkapjes en vaccinaties, laat staan over wel of niet vergoeden van almaar duurder wordende pillen tegen kanker die slechts een paar maandjes levenswinst opleveren.
Hoewel in de bouwstenen voor het begin van een regeerakkoord Rutte en Kaag onlangs schreven dat beleid op wetenschap zou moeten berusten, belandt dit gedegen rapport gewoon bovenop alle andere in een la bij VWS. Kiezen is veel te moeilijk, daar is maatschappelijke en politieke moed voor nodig en die ontbreekt bij iedereen. Hollebolle Gijs is niet te stoppen. Lees het rapport. U wordt er in ieder geval wijzer van en troost u daarna met muziek.