Geschiedenis

Op 20 november 1972 wordt de WRR opgericht, als voorlopige raad. Het is een tijd waarin adviesraden voornamelijk worden ingezet voor verschillende beleidsterreinen en inspraak vanuit de maatschappij. Maar de WRR is anders. De raad heeft tot taak om integraal naar het regeringsbeleid te kijken – het regeringsbeleid in de volle breedte –, om maatschappelijke problemen te signaleren en om te adviseren over toekomstige ontwikkelingen. In 1976 krijgt de raad een definitieve positie binnen het Nederlands adviesbestel; deze wordt geregeld in de Instellingswet van de WRR (30 juni 1976). Daarmee viert de WRR in 2022 zijn 50-jarig bestaan als schakel tussen kennis en beleid voor complexe maatschappelijke vraagstukken die een multidisciplinaire aanpak vragen en over meerdere beleidsterreinen gaan.

Betrokken bij beleid

Door de jaren heen verandert de werkwijze van de WRR, waaronder zijn betrokkenheid bij het beleid. De eerste raad hanteert vooral een theoretische en academische aanpak. Maar al snel wordt deze blik verruimd naar buiten, en laat de raad zich ook informeren door onder andere maatschappelijke organisaties en de wetenschappelijke bureaus van politieke partijen.

In 1975 introduceert de WRR naast voorstudies en achtergrondverkenningen ook de serie rapporten aan de regering. Maken wij er werk van? (1977) is een van de eerste rapporten met een grote betrokkenheid bij het beleid. Volgens sommige ambtenaren, politici en journalisten zelfs té groot. Daarom kiest de raad er vervolgens voor zich te richten op langetermijnoplossingen voor brede maatschappelijke vraagstukken en deze oplossingen te vertalen naar handelingsperspectieven voor beleid. Een eerste voorbeeld daarvan is het rapport Plaats en toekomst van de Nederlandse industrie (1980).

In de jaren negentig verschuift de aandacht van het inhoudelijk vormgeven van beleid naar de randvoorwaarden voor het maken van het beleid: van inrichting naar richting. In zijn rapporten biedt de WRR vooral beleidsargumentaties, van vraagstelling via analyse tot aan conclusies en aanbevelingen. De rapporten Een werkend perspectief (1990) en Belang en beleid (1994) zijn voorbeelden hiervan.

Actief naar buiten treden

Na de jaren negentig treedt de WRR actiever naar buiten. Aanleiding is de eerste externe evaluatie van de WRR, uitgevoerd door de commissie-Rinnooy-Kan in 2001. De samenstelling van de raad wordt flexibeler, experts uit binnen- en buitenland worden ingeschakeld en de raad gaat zijn rapporten mondeling toelichten bij verschillende belanghebbenden. Vanaf 2003 agendeert de raad bovendien vaker actuele thema’s die in de samenleving leven. Het gaat dan bijvoorbeeld om thema’s als islamitisch activisme (Dynamiek in islamitisch activisme, 2006) en media in tijden van digitalisering (Focus op functies, 2004). En in 2002 introduceert de raad de WRR-Lectures, waarin gerenommeerde (buitenlandse) wetenschappers worden uitgenodigd als keynote speaker op een internationaal relevant thema.

Over de grens kijken

De tweede externe evaluatiecommissie (Van Rooij, 2008)

beveelt de WRR aan zich meer internationaal te oriënteren. Dat resulteert in adviezen over onder andere ontwikkelingshulp (Minder pretentie, meer ambitie, 2010) en Nederlands buitenlands beleid (Aan het buitenland gehecht, 2010; en in een volgende raadsperiode ook Europese variaties, 2018).

In 2019 start de WRR samen met de internationale uitgever Springer een nieuwe serie: Research for Policy. In deze serie worden internationaal relevante studies van de WRR gepubliceerd. Veel issues die in Nederland spelen stoppen immers niet bij de landsgrenzen.

Agendering door beleid, maatschappij en wetenschap

De aanbevelingen van de derde evaluatiecommissie (Smit, 2012) leiden ertoe dat de WRR vanaf 2013 niet langer met een vijfjarenprogramma voor een hele raadsperiode werkt. Met een dynamischer en flexibeler programma ontstaat er ruimte voor ad-hoc-adviesaanvragen. Om dit programma beter te laten aansluiten bij de buitenwereld organiseert de WRR meer bijeenkomsten in het kader van zijn onderzoeksprojecten. Ook gaat de raad werken met een breder assortiment aan publicaties: naast de rapporten aan de regering, verkenningen en working papers introduceert hij de policy briefs. Op deze manier kan de WRR beter aanhaken bij de dilemma’s van de regering en het parlement, en kan hij eenvoudiger inspelen op adviesvragen en actuele ontwikkelingen.

Input voor het programma komt onder meer van bewindslieden, beleidsmakers en parlementsleden, maar ook van maatschappelijke actoren en wetenschappers. Verder volgt de raad relevante ontwikkelingen op nationaal, Europees en internationaal niveau scherp. Dit resulteert onder meer in de rapporten Naar een lerende economie (2013, over de Nederlandse economie in het mondiale krachtenveld), Big Data in een vrije en veilige samenleving (2016, over de kansen van big data in het veiligheidsdomein) en Weten is nog geen doen (2017, over het doenvermogen van burgers).

Weerbarstige vraagstukken

De vierde evaluatiecommissie (Bijker, 2018) benadrukt het unieke profiel van de WRR als adviesraad voor weerbarstige en omstreden vraagstukken die een multidisciplinaire aanpak vereisen. Daarbij kan de raad zijn profilering op vraagstukken in het sociaal-culturele domein waarbij waardenconflicten een dominante rol spelen, verder versterken. Voorbeelden hiervan zijn de rapporten Het betere werk (2020, over de gevolgen van nieuwe technologie en flexibel werk voor de kwaliteit van werk), Kiezen voor houdbare zorg (2021, over de druk op de financiële, personele en maatschappelijke houdbaarheid van de zorg), Opgave AI (2021, over de opgaven waar AI de samenleving en overheid voor stelt) en de samen met de KNAW uitgevoerde studie Navigeren en anticiperen in onzekere tijden (2021, met langetermijnscenario’s voor een samenhangende beleidsstrategie in het kader van de coronapandemie)

Ruimte voor bezinning

De vijfde evaluatiecommissie (Subramaniam, 2023) ziet het bieden van ruimte voor bezinning als een kerntaak van de WRR. De commissie stelt vast dat bestuurders en beleidsmakers behoefte hebben aan ruimte om te reflecteren op het eigen werk in een bredere context, maar daar niet altijd aan toekomen. De WRR moet daarom vooral blijven doen waar hij goed in is en deze rol verder versterken. De focus op bezinning met het oog op de lange termijn komt terug in de adviezen Rechtvaardigheid in klimaatbeleid. Over de verdeling van klimaatkosten (2023) en Grip. Het maatschappelijk belang van persoonlijke controle  (2023). Het rapport Aandacht voor media. Naar nieuwe waarborgen voor hun democratische functies (2024) spoort de overheid aan om te reflecteren op de inrichting van het medialandschap en de functie van media in een democratie.

De evaluatiecommissie adviseert de raad ook om internationale en Europese doorwerking na te streven waar dat teruggrijpt op Nederland. De raad heeft met de adviezen Nederland in een fragmenterende wereldorde (2024) en  Europese vergrijzing in het vizier. Omgaan met pensioen- en begrotingsrisico’s (2024) hier een stevige invulling aan gegeven. In beide adviezen wordt een analyse gemaakt van de internationale context en welke gevolgen deze kan hebben voor de Nederlandse situatie. Een relatief nieuwe ontwikkelingen, is dat de raad nu ook gaandeweg een adviestraject van zich laat horen. Deze activiteiten vinden niet alleen na publicatie van het advies plaats, maar nu ook tijdens het adviestraject. Bijvoorbeeld met tussentijdse publicaties rondom het thema of het organiseren van lezingen en bijeenkomsten.