De WRR adresseert in dit onderzoek de vraag naar de betekenis van transparantie voor de rechtspraak. Het richt zich op de consequenties van meer transparantie voor het functioneren van ‘de rechterlijke macht’, zowel voor het instituut als voor (individuele) rechters en zaken.
Drie kernelementen
Als vertrekpunt geldt het idee dat de politiek en samenleving het wenselijk vinden dat de rechtspraak transparanter wordt. Van transparantie wordt meerwaarde verwacht. Waar komt die verwachting vandaan? Wat wordt er in de maatschappelijke discussie zoal onder transparantie verstaan? Drie kernelementen van transparantie spelen in het onderzoek een rol: de doorzichtigheid (open houding), begrijpelijkheid (helder oordeel) en bekritiseerbaarheid (toetsbaar functioneren) van de rechtspraak.
Vragen rondom transparantie
Wat betekent transparantie voor de praktijk van rechtspraak? Welke instrumenten van transparantie zijn inzetbaar? En wat lijken die al op te leveren en/of wat zouden ze kunnen opleveren? Maar ook: wat kunnen de nadelen zijn van meer transparantie in de rechtspraak? Welke onverwachte consequenties kunnen zich voordoen? Wat is de impact op de inhoud van de rechtspraak? Zijn de verwachtingen omtrent transparantie realistisch?
Publicatie
Het WRR-onderzoek is gebundeld in de WRR-verkenning Speelruimte voor transparantere rechtspraak, die op 17 januari 2013 is verschenen.
Speelruimte voor transparantere rechtspraak (WRR-verkenning 26)
In deze verkenning presenteren deskundigen van buiten de WRR denkrichtingen voor een meer hedendaagse transparantie van de rechtspraak, in het licht van ontwikkelingen zoals mondialisering, individualisering, digitalisering, populisme en medialisering.