Vergrijzing, krimp en ontgroening worden steeds meer wereldwijde verschijnselen. Over de hele wereld verouderen bevolkingen en neemt het aandeel jongeren af (ontgroening). Op steeds meer plaatsen komt zelfs krimp in zicht. Eerst van de beroepsbevolking, en uiteindelijk van de totale bevolking. Dit is een fundamentele kanteling ten opzichte van het patroon over de afgelopen halve eeuw, toen bevolkingen groeiden, arbeidsaanbod toenam en er wereldwijd sprake was van steeds jongere bevolkingen.
Deze wereldwijde demografische transitie heeft ook voor Nederland grote gevolgen, maar dat staat nog maar beperkt op de radar in de samenleving en in Den Haag. In dit project bekijkt de WRR de implicaties voor de structuur van de Nederlandse economie, voor onze arbeidsmarkt, voor het macro-economisch beleid en voor onze pensioenen. Welk beleid is er nodig om in te spelen op de risico’s en kansen? Wat kan de Nederlandse overheid doen?
Het project Nederland in een vergrijzende en krimpende wereld zal zich toespitsen op twee deelgebieden: Europese vergrijzing en pensioenen enerzijds en wereldwijde vergrijzing en krimp in relatie tot handel en arbeid. De gevolgen op deze gebieden van vergrijzing en krimp buiten Nederland zullen ingrijpend zijn. Daarom vindt de WRR het belangrijk dat Nederland hierop voorbereid is. In het onderzoek zullen beleidsrichtingen geformuleerd worden om in te spelen op veranderingen als gevolg van vergrijzing in het buitenland. Daarnaast zal het project het spanningsveld van de Europese belangen analyseren. En mogelijkheden schetsen om deze spanningen beheersbaar te houden.
Mondiale vergrijzing
De komende jaren neemt het aantal ouderen wereldwijd snel toe ten opzichte van het aantal mensen van werkende leeftijd. Dat is in onderstaand figuur te zien aan de oplopende grijze lijn. Nu zijn er over de hele wereld gemeten ongeveer 15 ouderen per 100 mensen van werkende leeftijd. In 2060 verdubbelt dat naar bijna 30. Voor sommige delen van de wereld gaat die ontwikkeling nog veel sneller. Bijvoorbeeld in de eurozone (rode lijn), Polen (groene lijn) en China (paars). Zo heeft Polen in 2060 naar verwachting 66 ouderen per 100 mensen van werkende leeftijd.
Europese vergrijzing
Vergrijzing heeft ook implicaties voor de positie van Nederland binnen de Europese Unie. Nederland zit in een uitzonderingspositie. We zijn binnen Europa relatief minder ‘grijs’ én onze oudedagsvoorziening is veel meer gebaseerd op over decennia opgebouwde pensioenspaarpotten. In een vergrijzend Europa kunnen zulke verschillen leiden tot een belangenconflict tussen EU-landen. De vraag is hoe die de positie van Nederland binnen het Europese politieke krachtenveld veranderen.
Het rapport over de positie van Nederland in relatie tot de vergrijzing van de Europese Unie is op 25 september 2024 gepubliceerd.
Handel, arbeid en migratie
De demografische transitie in landen waar we nauwe economische banden mee hebben heeft ook onvermijdelijk gevolgen voor Nederland. Zo zullen wereldwijde handels-, en migratiepatronen gaan verschuiven. En dat heeft weer effect op de structuur van de Nederlandse economie en op onze arbeidsmarkt. Denk bijvoorbeeld aan onze economische afhankelijkheid van arbeidsmigratie. Wanneer belangrijke herkomstlanden als Polen sterk vergrijzen zal de toestroom van personeel uit die landen afnemen. Of denk aan handelspatronen: naar mate China snel vergrijst en krimpt wordt arbeid er schaarser. Daarmee kan de positie van China als ‘fabriek van de wereld’ gaan verschuiven, ten faveure van nog relatief jonge landen als India en Indonesië. Daar moet de Nederlandse handel en productie zie aan aanpassen, en dat vergt mogelijk ook ander beleid.
De publicatie over de positie van Nederland in relatie tot wereldwijde vergrijzing en krimp wordt in 2025 verwacht.