Geef meer aandacht aan gedragswetenschappen in beleidsvorming
Gedragswetenschappers moeten van meet af aan worden betrokken bij het maken van nieuw beleid. Onderwerpen als toeslagen en de pandemie laten namelijk zien hoezeer het mis kan gaan als te weinig rekening wordt gehouden met de menselijke psychologie.
Dat stelt prof.dr. W.L. Tiemeijer in zijn oratie als bijzonder hoogleraar ‘Gedragswetenschappen en beleid’ aan de Erasmus Universiteit Rotterdam.
Sinds een jaar of tien zijn de gedragswetenschappen bezig aan een opmars in de wereld van bestuur en beleid. Dat is volgens Tiemeijer een goede ontwikkeling, maar tot nu toe beperkt die opmars zich tot beleidsuitvoering. Er wordt alleen gekeken hoe het reeds bestaande beleid effectiever kan worden uitgevoerd. De gedragswetenschappen spelen echter nog nauwelijks een rol in de fase van beleidsvorming. Ten onrechte, want als daar de verkeerde besluiten worden genomen, valt er in de uitvoering weinig meer aan te doen.
Een voorbeeld is het toeslagensysteem. Daarin is er te makkelijk van uitgegaan dat iedereen in staat is meerdere jaren vooruit te denken en plannen, en ook beschikt over de middelen en zelfcontrole om een financiële reserve op te bouwen. Niet iedereen is daartoe echter even goed in staat, waardoor ze in de problemen kunnen raken als ze moeten terugbetalen. Ook bij de pandemie is aandacht voor psychologie belangrijk. De plotselinge piek in het aantal besmettingen van juni 2021, bijvoorbeeld, was vanuit gedragswetenschappelijk perspectief makkelijk te voorzien, en had dus wellicht voorkomen kunnen worden.
Het psychologisch perspectief is daarnaast ook van belang voor andere onderwerpen dan keuzegedrag. Te denken valt aan maatschappelijk onbehagen, polarisatie of complotdenken. Dat zijn welhaast per definitie psychologische kwesties, die zich nooit volledig laten begrijpen en verklaren zonder kennis van de menselijke geest.
Tiemeijer pleit daarom voor een volgende stap in de verbinding tussen beide werelden, zodat het beter mogelijk wordt om beleid te maken dat niet alleen economisch of juridisch verstandig is, maar ook uitgaat van reële veronderstellingen over de motieven en capaciteiten van mensen.
Will Tiemeijer (1964) promoveerde in 2006 cum laude op een proefschrift over staat en opinieonderzoek. Sinds 2007 werkt hij als senior-onderzoeker bij de Wetenschappelijke Raad voor het Regeringsbeleid, waar hij medeverantwoordelijk was voor invloedrijke publicaties als “De menselijke beslisser” en “Weten is nog geen doen”. Voorjaar 2022 verschijnt van zijn hand het boek “Self control. Individual differences and what they mean for personal responsibilty and public policy” bij Cambridge University Press.